11/12/2022 - 14:44
Woensdag vindt de derde kloostercirkel plaats. Rond het licht bespreken we hoofdstuk twee uit het boek van Anselm Grun. Wat vinden we hier terug? Een overweging.
De profeet Jesaja heeft al 2700 jaar geleden onderkend dat de basis van alle versnelling en alle haast een gebrek aan vertrouwen is. (hoofdstuk 28 vers 16).
Een samenleving, maar ook een individu, wordt ziek als het steeds sneller wil gaan. Alles op deze aarde groeit volgens een innerlijke wetmatigheid, ook de mens heeft een ritme dat bij zijn leven past. En net zoals in het planten en dierenrijk zit hier ook diversiteit in. Je hebt snelle puma’s en trage slakken, elk met hun specifieke waarde en eigenheid in het ecosysteem. Wie denkt dat hij steeds beter, gezonder, sneller moet worden, kan zijn ziel niet bijbenen. Daaruit ontstaat onrust en angst. Wie bang is, kan niet stil blijven staan. Dan moet je alles zelf krampachtig vasthouden, omdat je denkt anders de controle te verliezen. Is dat niet een echt ongeloof?
De dood laat ons zien waar het werkelijk op aankomt. Wij kunnen niets meenemen, noch succes, nog bezit, nog de mensen waarvan we houden. We kunnen alleen maar onze lege handen uitstrekken en ons laten vallen in het liefdevolle eeuwige. Het is een opdracht om ons eigen levensritme te vinden. Dat vergt een groot geloof, het leert ons ook voelen wat het leven uiteindelijk is: een geschenk. Wat wij presteren is niet het absolute essentiële, het is een vrucht van te leven uit ons ritme.
"Alleen degene die geduldig is, oogst wat rijp is geworden"
Veel mensen frustreren zich in zichzelf, ze willen een quick fix. Maar het Afrikaanse spreekwoord luidt:’ alleen degene die geduldig is, oogst wat rijp is geworden’. Een graankorrel heeft negen maanden nodig om te rijpen. De mens is slechts negen maanden in de moederschoot, maar hij heeft een heel leven nodig om volwassen te worden. Een mens heeft het hier zeer moeilijk mee. Want wachten geeft ons een gevoel van machteloosheid. De groei en de rijpwording gehoorzamen ons ego niet, maar eerder iets anders: een innerlijk proces of ons ritme. Je kan het ook God noemen, misschien noem jij dit anders, bv levenskracht. Deze kiemkracht vind je in ieder levend wezen terug, dus ook in de mens.
Dit wil niet zeggen dat we onrust moeten vermijden. Dat is een misvatting. Onrust hoort bij het leven, onrust spoort ons aan om door te groeien, ons niet zomaar neer te leggen, maar werkelijk te gaan leven. Maar dan zijn er ook weer fasen of seizoenen van rust nodig, waarin de dingen zich kunnen stabiliseren. Anders gaat de innerlijke onrust juist een eigen leven leiden.
In vele kloosterordes maakt men de gelofte van ‘stabilitas’. Dit betekent standvastigheid, blijvendheid. Je blijft bij de zaken waar je je mee hebt verbonden. Dit kan pas slagen als je ook met jezelf overweg kan. Jij bent het eerste geschenk dat je hebt gekregen op deze wereld. Als je dit niet kan aanvaarden, zal het ook moeilijk worden om vruchtbaar te zijn voor de andere. Dit vraagt geduld, maar heeft ook de belofte in zich van hoop dat nieuw leven zich aandient. Is dit ook niet een stukje advent?
Dit tekstje is geïnspireerd op hoofdstuk twee uit het grote boek van levenskunst van Anselm Grün, Uitgeverij Ten Have.
De Bron
Marktstraat 888530 HarelbekeBelgiëBE0450-221-144
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer